20 Jun I.M. Saban Bajramovic (8 juni 2008)
Saban Bajramovic, de zingende zigeunerkoning uit Zuid-Servië, bekend van hits als Djelem, djelem en pelno me sam, is dood. Een week geleden bleek ineens dat de man in de witte pakken en de blinkende gouden tanden helemaal geen furore maakte in de kafana’s en biertenten, maar gewoon weg aan het kwijnen was, lijdend aan helse pijnen in zijn geboortestad Nish. De Servische regering besloot fondsen aan te spreken om de zigeunertrots op te lappen, maar het bleek vergeefs. Op 7 juni overleed hij in het ziekenhuis van Nish, in het zuiden van Servië, waar de bewoners zonder naamvallen spreken, geen verkeersregels respecteren en veel hete pepers eten.
Nish was tweeënzeventig jaar lang het decor van Saban Bajramovic’ wereld. Hij groeide er op, trouwde er met zijn geliefde Milica en voedde er vier dochters op, (die overigens allemaal weg zijn getrokken uit Nish en Servië). Tot zijn grote verdriet is geen van zijn dochters terechtgekomen in de muziek. Hierdoor sterft ook de Bajramovic-clan uit met deze dood, anders dan bij trompettist Boban Markovic (die andere zigeunerlegende uit Servië), wiens trubacha-orkest inmiddels bijna is overgenomen door tetterende zoonlief Marko.
In de laatste tien jaar kreeg Saban ook hier enige bekendheid, toen hij werd opgenomen in de Mostar Sevdah Reunion. Zijn CD’s bereikten de Westerse markt en werden gespeeld in de huiskamers van de gegoede multi-cultureel ingestelde VPRO-kijker. Zijn smartlappen over liefde, dood, verlangen en dronkenschap passen echter het beste in de donkere café’s van Servië, waar hij als een romani André Hazes of Lee Towers wordt verheerlijkt. Voor Crvena Zvezda (Rode Ster), de Belgradose voetbalclub wiens fans zichzelf de geuzennaam Cigani (zigeuners) gaven, wilde Saban graag een deuntje op de middenstip komen zingen. Het stadium deinde
Na enig speuren op internet las ik dat de aanstekelijke versie van Bubamara op de soundtrack van Black Cat, White Cat ook is ingezongen door Saban! Dit betekent dat zijn stemgeluid miljoenen mensen naar de Balkan heeft getrokken. Voor deze bijzondere rol in Kusturica’s universum van rondvliegend pluimvee, kalashnikovs en schijtende varkens heeft hij blijkbaar niet de credits gekregen die hij zou moeten hebben. Het is bekend dat Goran Bregovic en Emir Kusturica, in tegenstelling tot wat Ry Cooder deed met de Cubaanse son-bejaarden, liever zélf met de eer van stokoude en doorleefde straatzangers strijken. En daarna het geld opstrijken, uiteraard.
Doorleefd. Dat was Saban. Na de voor Joegoslavië vernietigende wereldoorlog stopten de communisten hem in het werkkamp Goli Otok in Kroatië, omdat hij dienst had geweigerd. Daar las hij naar eigen zeggen 20.000 boeken, keepte hij in het gevangenisvoetbalteam en zong hij liederen van Frank Sinatra en Louis Armstrong. Maar vooral leerde hij van het leven. Volgens Wikipedia heeft Saban gezegd dat iemand die nooit in de gevangenis heeft gezeten niet echt geleefd heeft. Mogelijk heeft hij gelijk: zijn mooiste nummer is onmiskenbaar Pelno me sam, een ballade die verhaalt over zijn eenzame tijd op Goli Otok.
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=fuIcNWDE4y4&w=560&h=315]
Ver weg van Nish moet ik het hier in Nederland maar doen met Youtube en een verdwaalde LP die ik ooit op de zigeunermarkt in Zvezdara (Belgrado) kocht. Schenk de glazen, steek een peuk op, zing op straat, dans op de tafel, huil en jammer zo klaaglijk en dramatisch mogelijk. Saban is dood.
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=mD9KRT_7UDY&w=560&h=315]
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=3E3vDRGk47A&w=560&h=315]
Dit artikel verscheen eerder op platformspartak.eu (RIP).