Europese Droom (Historisch Nieuwsblad)

Waar moet het naartoe met Europa? Sinds de Brexit geven de voor- en tegenstanders van integratie radicaal andere antwoorden. In het Interbellum droomden niet zozeer links-liberalen, maar rechts-conservatieven van een verenigd, verheven continent.

Europese integratie begon in de jaren vijftig met de Gemeenschap van Kolen en Staal; daarna verschoof de aandacht naar de interne vrije markt, en tegenwoordig associëren we de EU met monetaire crises en de ‘Brussel-bubbel’. Het meest aansprekende verhaal over Europa is nog steeds dat van ‘nooit meer oorlog’. Dankzij Europese samenwerking is er al ruim zeventig jaar geen oorlog uitgebroken tussen Frankrijk en Duitsland. Een reden voor het Nobelprijscomité om de EU in 2010 de Vredesprijs toe te kennen. Toch worden Europese instituties aangevallen door politici en opiniemakers die weinig waarde hechten aan dit verhaal. Zij willen de ‘Europese beschaving’ redden uit de handen van de EU-technocraten.

Deze tegenstelling tussen de pragmatische, technocratische EU enerzijds en cultureel- bombastische ideologen daartegenover tovert een oude geest uit de fles, en wel die van de Europese geest van het Interbellum. Wie de identiteitscrisis van de laatste jaren wil begrijpen, moet rondtasten in de duisternis van de jaren twintig en dertig.

Lees dit stuk verder in Historisch Nieuwsblad

DeEIIItX4AUxS3O