Langs bij Esma Redzepova

De koningin

Gesprek met Esma Redzepova

 

Op dinsdag 25 november was Spartak in Paradiso tijdens het in glitter gesmeerde spektakel van de rondreizende Queens and Kings. Dit kleurrijke zigeunerfeest werd georganiseerd door de  Fanfare Ciocarlia uit Roemenië. Op uitnodiging kwamen verschillende gasten de poptempel dol draaien, zoals de Spaans/Franse zigeuners van Kaloome en de manke Bulgaarse zanger Jony Iliev. Op het moment dat de zaal bijna orgastisch klaarkwam onder het schorre imiteren van Balkangejengel, verscheen de koningin der koninginnen op het podium in haar imposante rode verschijning: de Macedonische Esma Redzepova. ‘She is the queen’, sprak een bandlid van Ciocarlia met een romig accent plechtig in de microfoon. Vervolgens stampte de zaal verder op klassiekers als ‘Chaje Shukarija’ en ‘Djelem, djelem’ met Esma als stralend middelpunt.

 

Stevo

Voor het optreden deed ik voor Donau een interview met Esma in de kleedkamers van Paradiso. De zangeres mag dan op het podium een verschijning zijn, met een stem die zowel zwoel als ongelooflijk luid en schel kan klinken (Borat gebruikt de intro van Chaje Shukarija waarschijnlijk niet omdat hij het zo mooi vond), in de coulissen is het een kleine, dikke, lieve moeder. In 1999 overleed haar man en nog steeds kleedt ze zich graag in het zwart. Stevo Teodosijevski, de twintig jaar oudere ‘ontdekker’, begeleider en man van Esma, komt geregeld terug in het gesprek. Hij is de sleutelfiguur geweest in niet alleen haar carrière, maar ook in de professionalisering van de muziek van de Roma van de gehele Balkan. Zonder Teodosijevski zouden de Queens and Kings mogelijk nooit in poptempel Paradiso hebben gestaan. Laat staan enig publiek hebben getrokken.

Cafézangeressen

‘Veel jonge Roma-zangeressen komen soms een tijdje bij me in de leer’, vertelt Esma, ‘maar na een paar maanden gaan ze dan gewoon weer op bruiloften en in café’s zingen. Ik heb dat nooit gedaan. Ik vond dat ordinair. Al van jongs af aan besloot ik om niet de typische Roma-zangeres te zijn die op bruilofen en in café’s staat te zingen als een attractie. Ik wilde in concertzalen staan, waar mensen entrée betalen en voor de kwaliteit van de muziek komen.’

 

Esma werd geboren in 1943 en groeide op in Shutka in Skopje, een van de grootste Roma-wijken van Europa. Ze heeft Servisch, Turks en joods bloed, maar bovenal is en voelt ze zich een Macedonische Roma. ‘Wat ik goed vind aan Macedonië is dat de Roma ook echt als nationaliteit is opgenomen in de grondwet. Volgens mij is Macedonië het eerste land waar Roma worden geaccepteerd als natie: voor de Roma-zijn er scholen, kranten, politici, partijen en zelfs ministers in het parlement! Dat is in de andere Joegoslavische opvolgersstaten wel anders…’

In de voor Roma-begrippen redelijk welgestelde familie Redzepova werd veel muziek gemaakt. Esma’s tante maakte thuis veel muziek en kwam geheel toevallig – zingend tussen de potten en pannen in de keuken – op het wijsje van Chaje Shukarije (‘mooi meisje’), de hit waarmee de piepjonge Esma in 1959 voorgoed heel Joegoslavië en dankzij broeder Tito de wereld aan haar voeten kreeg.

‘Ik was heel ambitieus. Toen ik 11 jaar was had ik al een plaat gemaakt. Als kind heb ik een gegeven moment tegen mijn ouders gezegd dat wanneer ik niet zou mogen zingen, ik ook niet meer hoefde te leven. Ze besloten mij te steunen, toen ik had beloofd nooit in café’s te zingen. Ook zij vonden dat ordinair.’

De Macedonische musicus en musicoloog Stevo Teodosijevski ontdekte de jonge zangeres en nam een plaat met haar op. Esma zelf vertrok kort daarop naar de Joegoslavische hoofdstad Belgrado om te studeren bij Stevo, haar ontdekker. Later trouwden ze en gingen samen muziek maken.

‘Stevo en ik hebben 47 kinderen geadopteerd. Straatkinderen. Mijn man was gadjo (niet-Roma – gvh), maar hij interesseerde zich heel erg voor de Roma-cultuur. Zijn interesse uitte zich in fantastisch werk voor zowel onze kinderen als voor de muziek. Toen hij stierf kwamen er Roma uit de hele wereld om hem een laatste groet te brengen.’

 

Eens in de honderd jaar

Wereldfaam kwam voor Esma vooral via Tito, die bijzonder gecharmeerd was van de toen nog slanke en schone zigeunerzangeres. Hij liet haar optreden bij bezoeken van al zijn vrienden uit de Derde Weg, waaronder natuurlijk ook Nasser uit Egypte en de Indiase premier Jawaharlal Nehru.

In 1976 werd Esma in India, volgens de overlevering de bakermat van de Europese Roma, gekroond tot koningin van alle Roma in de wereld. Van de Roma-gemeenschap is bekend dat die verdeeld is op het bot en dat her en der van tijd tot tijd allemaal zelfbenoemde koningen en koninginnen opstaan, maar de diva wil niet dat over deze bewuste benoeming pietluttig gedaan wordt: ‘Dat was niet zomaar een verkiezing of een loze uitroep. Nee, er is een eerlijk beraad geweest van alle afgevaardigden van Roma in de hele wereld en die hebben mij gekozen tot koningin van de Roma, voor de hele wereld.’

Esma vindt de verkiezing geheel terecht. ‘Mensen zeggen wel, zo iemand als Esma wordt maar eens in de honderd jaar geboren. Ik weet ook nog niet wie mijn opvolger kan zijn. Graag zou ik een nieuwe zigeunerzangeres aanwijzen als koningin, maar ik heb geen flauw idee wie daarvoor in aanmerking zou kunnen komen. Er zijn veel mensen die me imiteren. Als koningin representeer ik de Roma-gemeenschap van de hele wereld, maar zijn natuurlijk vooral de Roma uit voormalig Joegoslavië die het dichtste bij me staan. Ik probeer ook de cultuur van de Joegoslavische Roma te behouden voor de toekomst. Zo heb ik heus wel eens een project gedaan om mijn muziek voor discotheken geschikt te maken, maar als ik zelf optreed, dan zing ik óf in de pure, oorspronkelijk taal van de Roma óf in het literaire Servisch. Ik vermeng het niet.’

 

Saban

Wanneer we het over Servische muziek hebben, memoreer ik de vorig jaar overleden zanger Saban Bajramovic. Bij het horen van de naam moet ze glimlachen en toont in haar mimiek dat Saban geen doorsnee figuur was. ‘We waren vrienden. Niet alleen als collega’s, nee, ook echt persoonlijk. Ik ontmoette hem begin jaren zestig, toen een cultureel gezelschap uit Nish op bezoek was in Skopje. Hij was toen nog helemaal niet zo serieus bezig met zingen, maar mijn optreden opende bij hem wel de ogen. Het was in die tijd niet echt normaal dat Roma-mensen optraden zonder hun afkomst te verloochenen. Er waren veel Roma-zangeressen, maar die presenteerden zich niet als Roma. Ik deed dat wel. Ik zei gewoon: ‘Ik ben Roma en ik zing.’ Saban heeft daar veel van geleerd. Op latere leeftijd is hij zich ook echt gaan profileren als een Roma-zanger.’

 

Esma vertelt verder over de vele boeken die over haar zijn verschenen en in welke landen. Gaandeweg besef ik me dat ze vooral zo groot en beroemd is geworden dankzij haar eigen, of door Stevo’s aangeleerde, professionaliteit: ‘Ik drink niet, ik zorg goed voor mijn stem, ik slaap veel, ik rook niet.’

Uit haar houding op te maken, kan ze nog uren doorpraten, maar ondertussen hoor ik boven hoe in de voormalige kerk de muziek losbarst en ik besluit naar de grote zaal te gaan. Wanneer ik de deurklink al in mijn handen heb zegt ze me nog: ‘Oh ja, ik wil wel dat je nog even opschrijft dat volgend jaar in Skopje een museum wordt geopend over al het werk van Stevo.’ Esma blijft zitten, want zij moet pas aan het einde op – als het hoogtepunt van de avond. She’s the queen. Tito wist het. Paradiso kan niet anders dan het beamen.

Tags:
, , ,