14 Oct Ratten in Den Haag
Residentieratten
Per 1 januari 2023 is het particulieren verboden rattengif te gebruiken. Al in 2019 waarschuwde het Kennis en Adviescentrum Dierplagen dat er daardoor een ‘massale muizen- en rattenplaag op komst is’. We gaan het zien. In Den Haag is de bruine rat – de rattus norvegicus – inmiddels sowieso al niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Je ziet hem ’s ochtends langs de slootjes scharrelen of midden op straat een pizzapunt wegslepen. Stadsecologen weten dat de bruine rat tegenwoordig in de stad leeft, en vrolijk mee-eet met de mens. In de ‘wilde natuur’ zou die waarschijnlijk zelfs niet meer overleven.
Ongeveer een eeuw geleden beleefde Den Haag een grote rattenplaag. De knaagdieren doken overal op. In een brood- en beschuitfabriek aan de Steynlaan kropen ze door het meel en de olievaten, en zelfs in Huis ten Bosch werden ratten gespot. Daarom besloot de gemeente in 1925 tot een voor die tijd opzienbarende vergiftingsacties met het in Den Haag gefabriceerde ‘Ratin’, een bacterie-preparaat voor paratyfus. Vanuit het hele land volgden lezers de ‘rattenoorlog’ in de Residentie.
‘Sinds eenige tijd wordt in Den Haag een meedogenloze strijd gevoerd’, schreef de Leeuwarder Courant, ‘en strijd die reeds duizenden slachtoffers heeft gekost en door ’t gemeentebestuur nog iedere dag met onverminderde ijver wordt voortgezet.’ De rattenjagers begonnen hun werk in de buitenwijken, zoals in Scheveningen en bij de industrieën van het Laakkwartier, en trokken zo, met een spoor van dood en verderf, op naar het Binnenhof.
Over de gifcampagne voerden Hagenaars een heftige discussie. Artsen waarschuwden voor de (menselijke) volksgezondheid, anderen meenden dat de knaagdieren immuun zouden worden voor het gif. In ieder geval toonden de ratten hoe door en door vies Den Haag was, vooral in de arme, verpauperde wijken. Experts schreven vanuit Nederlands Indië (waar het rattenprobleem veel normaler was) dat het geen zin had om ‘allerlei giftige praeparaten’ te verspreiden, en dat het ‘ongedierte alleen gestreden kan worden door een zodanige verbetering van woningen, pakhuizen, riolen, enz., dat de bestaansvoorwaarden voor de ratten zo ongunstig mogelijk worden gemaakt.’
Den Haag luisterde niet, en Ratin deed zijn dodelijke werk. Toch hadden de ratten een discussie over gif aangezwengeld die nog doorspeelt tot in 2023. De Maasbode concludeerde in 1926 dat de Haagse ratten spoedig weer op getal zouden komen, en dat ze het slim hadden aangepakt:
‘men [zou] haast gaan denken, dat zij handig een ruzietje onder de menschen hebben uitgelokt om het „verdeel en heersch”, een stelregel, welken zij van Philippus van Macedonië zouden hebben afgekeken, toe te passen.’
Deze tekst verscheen eerder als aflevering van de Lange Poten in Haagse Historie.