De belegering van Stalingrad

Een Russische winter lang maten het Duitse en het Rode Leger hun krachten bij Stalingrad. De strijd in de ijzige kou was loodzwaar, maar Adolf Hitler en Jozef Stalin wilden niet van opgeven weten. Pas na ontelbare doden viel de beslissing.

Het begon met een allesverzengend bombardement op 23 augustus 1942. De Duitse luchtmacht liet het bommen regenen op de houten arbeidershuisjes in het zuidelijke deel van de stad. Algauw waren alleen nog bakstenen schoorstenen te zien. Iedere inwoner die op dat moment niet in een schuilkelder zat was verloren. Ooggetuige Larisa Ladnaya, een tiener nog, beschreef later hoe Stalingrad ‘baadde in het gloeiende licht van het vuur’ en was ‘gesluierd in rook’.

Een bom raakte de olieopslagtank en een vuurbal spoot 400 meter hoog de hemel in. Systematisch legde de luchtmacht vervolgens het ziekenhuis in de as. Artsen en verplegers sloegen op de vlucht, de patiënten in wanhoop achterlatend. De graansilo met daarin voedsel voor de bevolking ging op in de vlammen.

Lees verder op Historisch Nieuwsblad